Tussen mensen is er een enorm verschil aan slaapbehoefte. Sommige mensen komen toe met 7 uur slaap per nacht, terwijl zich de hele dag een wrak voelen als ze niet 9 uur geslapen hebben.

De slaapbehoefte van een mens hangt echter niet alleen af van de persoonlijke behoefte maar wordt daarnaast ook beïnvloed door leeftijd.

Baby’s slapen ongeveer 16 tot 18 uur. Deze tijdsduur neemt dan geleidelijk af tot de jongvolwassene fase. Tijdens de puberteit is er dan weer een tijdelijke toename van de slaapbehoefte en op oudere leeftijd tenslotte neemt de duur van de nachtslaap vaak af maar neemt de dagslaap toe, in de vorm van naps of middagdutjes. Hetgeen uiteindelijk zorgt dat iemand op oudere leeftijd evenveel slaapt als bijvoorbeeld een 35-jarige, maar dan in stukjes.

Er zijn nog meer verschillen. Hoe vast (diep) een mens slaapt is ook afhankelijk van zijn leeftijd. Kinderen slapen bijvoorbeeld vaster dan volwassenen. Vooral in het begin van de nacht. Rond het veertigste levensjaar wordt de diepe slaapfase geleidelijk steeds korter. Ouderen slapen minder diep en de slaap is meer gefragmenteerd: men wordt vaker wakker. Bij ouderen is er minder diepe slaap en steeds minder R.E.M.-slaap.